opborrelen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: opborrelen (hulp, bestand)

Woordafbreking

op·bor·re·len

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van op en borrelen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opborrelen	borrelde op	opgeborreld
zwak -d	volledig

Werkwoord

opborrelen

ergatief het naar boven komen van gasbellen door een vloeistof

- Er was weer veel stinkend gas opgeborreld uit het vervuilde kanaal.

Vertalingen

1. het naar boven komen van gasbellen door een vloeistof

Duits: aufbrodeln ^(de), aufsprudeln ^(de)
Oudhoogduits: úzsprangón
Engels: bubble up ^(en)

Frans: bouilloner ^(fr)
Spaans: borbollar ^(es), borbotear ^(es), bullir ^(es)

Gangbaarheid

Het woord opborrelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opborrelen' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.