oorlogsslachtoffer
Nederlands
Woordafbreking
- oor·logs·slacht·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oorlog zn en slachtoffer zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogsslachtoffer | oorlogsslachtoffers |
verkleinwoord | oorlogsslachtoffertje | oorlogsslachtoffertjes |
Zelfstandig naamwoord
oorlogsslachtoffer m
- (oorlog) (al dan niet dodelijk) slachtoffer van oorlogsgeweld
- Een jongen van een jaar of twaalf, het zoveelste oorlogsslachtoffer, staarde John aan.[1]
Gangbaarheid
- Het woord oorlogsslachtoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.