oorlogsbuit

Nederlands

de Joodse menorah die als oorlogsbuit naar Rome wordt gebracht
Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·buit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsbuit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oorlogsbuit m [1]

  1. wat men in de oorlog van de vijand steelt
    • In het kort: Andromache is gelukkig getrouwd met Hector (George Tobal), nadat Achilles haar familie heeft vermoord. Dan breekt de Trojaanse oorlog uit en sneuvelen Hector en haar zoontje. Zijzelf wordt als oorlogsbuit aan Neoptolemos gegeven. Met hem krijgt ze weer een kind. Maar zijn trophy wife Hermione verdraagt de competitie niet, en laat het jongetje doden. In retrospectief stapelt de ellende van Andromache zich zo op, dat geen andere uitkomst meer denkbaar is dan moord.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord oorlogsbuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Herien Wensink 24 oktober 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.