oordelen
Nederlands
Woordafbreking
- oor·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oordelen |
oordeelde |
geoordeeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
oordelen
- overgankelijk een oordeel geven over een persoon of eene zaak
- Hij oordeelt wel erg snel.
- inergatief, (juridisch) een oordeel uitspreken, een vaste uitspraak doen
Synoniemen
- [2]: vonnissen
Afgeleide begrippen
- [1]: beoordelen
- [2]: veroordelen
Gangbaarheid
- Het woord oordelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oordelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.