oord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ort/
Woordafbreking
  • oord
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plaats, plek’ voor het eerst aangetroffen in 951 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord oord oorden
verkleinwoord oordje oordjes

Zelfstandig naamwoord

oord o

  1. een bepaalde plaats
    • Dit was een oord waar velen weer tot rust kwamen. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.