oogspiegel
Nederlands
Woordafbreking
- oog·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oog en spiegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogspiegel | oogspiegels |
verkleinwoord | oogspiegeltje | oogspiegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
oogspiegel m [1]
- (medisch) (gereedschap) instrument om het inwendige van het oog te onderzoeken, bestaande uit een holle spiegel met een gat in het midden met daarin een paar lensjes. Het licht valt via de spiegel in het oog en de arts kijkt door het gat
Gangbaarheid
- Het woord oogspiegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.