oogkas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogkas oogkassen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

oogkas v / m [1]

  1. (anatomie) schedelholte waarin de oogbol ligt
    • na WO II werd lobotomie toegepast door de oogbol uit de oogkas te halen en met een instrument dat veel op een ijspriem lijkt flink in de hersenen te raggen 
Synoniemen
Hyponiemen
  • linkeroogkas, rechteroogkas
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oogkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.