onvruchtbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·vrucht·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onvruchtbaaronvruchtbaarderonvruchtbaarst
verbogen onvruchtbareonvruchtbaardereonvruchtbaarste
partitief onvruchtbaarsonvruchtbaarders-


Bijvoeglijk naamwoord

onvruchtbaar

  1. (biologie) ongeschikt voor, niet in staat tot voortplanting
  2. weinig of geen vruchten voortbrengend
  3. zinloos, vruchteloos
Antoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onvruchtbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.