vruchteloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vruch·te·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vruchteloosvruchtelozervruchteloost
verbogen vruchtelozevruchtelozerevruchtelooste
partitief vruchteloosvruchtelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

vruchteloos

  1. zonder vruchten
    • Er staan vruchtloze, rood bloeiende paardenkastanjes. 
  1. (figuurlijk) zonder resultaat
    • De zoektocht was vruchteloos. 
    • Na jaren vruchteloos overleg lijkt nu een akkoord mogelijk. 
Antoniemen
  • [1] vruchtdragend

Gangbaarheid

  • Het woord vruchteloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.