steriel
Nederlands
Woordafbreking
- ste·riel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onvruchtbaar’ voor het eerst aangetroffen in 1724 [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | steriel |
verbogen | steriele |
partitief | steriels |
Bijvoeglijk naamwoord
steriel
- zonder microbiële besmetting, heel schoon
- In het laboratorium moet men in een steriele omgeving werken.
- onvruchtbaar
- het steriele echtpaar kan geen kinderen krijgen.
Gangbaarheid
- Het woord steriel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'steriel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.