onverwacht
Nederlands
Woordafbreking
- on·ver·wacht
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onverwacht | onverwachter | onverwachtst |
verbogen | onverwachte | onverwachtere | onverwachtste |
partitief | onverwachts | onverwachters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onverwacht
- niet van tevoren zien aankomen
- Door een onverwacht overlijden van mijn moeder kon ik niet naar de voetbalwedstrijd.
- Hij verliest zijn evenwicht, rent als vanzelf nog een paar meter door en stuit dan op het lichaam van de oude Grisonnier, wiens onverwachte dood het vertreksein was geweest voor deze laatste slachtpartij. [1]
- Oortman die de afgelopen jaren acht keer in Sri Lanka geweest en er een petekind heeft, kent het land en de katholieke gemeenschap heel goed. „Ik heb vanmorgen nog contact gehad met de katholieke familie van mijn petekind. Zij zijn niet direct getroffen, maar leven in grote angst. De aanslag, uitgerekend op het Paasfeest, kwam voor hen totaal onverwacht. Ik leef met deze mensen mee. Het zijn mijn vrienden.” [2]
Vertalingen
1. niet van tevoren zien aankomen
Gangbaarheid
- Het woord onverwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onverwacht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
- Tubantia Herman Haverkate 21-04-19 Twentse pastoor Marc Oortman leeft mee met zijn vrienden op Sri Lanka
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.