plotseling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plot·se·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onverhoeds’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
  • Afgeleid van plots met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen plotselingplotselingerplotselingst
verbogen plotselingeplotselingereplotselingste
partitief plotselingsplotselingers-

Bijvoeglijk naamwoord

plotseling

  1. snel en onverwacht
    • De plotselinge voetganger werd bijna door de auto geraakt. 
Vertalingen

Bijwoord

plotseling

  1. snel en onverwacht
    • Plotseling werden we aangevallen door een groep jongeren. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plotseling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.