onverwachts

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·wachts
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onverwachtsonverwachtseronverwachtst
verbogen onverwachtseonverwachtsereonverwachtste
partitief onverwachtsonverwachtsers-

Bijvoeglijk naamwoord

onverwachts [1]

  1. plotseling, zonder erop voorbereid te zijn
Synoniemen

Bijwoord

onverwachts

  1. tegen de verwachting in
    • Hij kwam onverwachts op bezoek. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

onverwachts

  1. partitief van de stellende trap van onverwacht

Gangbaarheid

  • Het woord onverwachts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.