spruiten
Nederlands
Woordafbreking
- sprui·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘loten vormen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spruiten |
sproot |
gesproten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
spruiten
- ergatief ~ uit: voortkomen of voortvloeien uit
- Dit spruit uit zijn verlangen beroemd te worden.
Gangbaarheid
- Het woord spruiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spruiten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.