ontspannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontspannen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ɔntˈspɑnə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɔntˈspɑnə(n)/
Woordafbreking
  • ont·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontspannen
ontspande
ontspannen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

ontspannen

  1. overgankelijk in een minder gespannen staat brengen
    • Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk. 
  1. wederkerend trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien
    • Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een concert! 
vervoeging van
ontspannen

ontspannen

  1. voltooid deelwoord van ontspannen
    • Ze raakte helemaal ontspannen door de stilte in huis. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ontspannenontspannenerontspannenst
verbogen ---

Bijvoeglijk naamwoord

ontspannen

  1. in een minder gespannen staat
    • Ik heb geen problemen met mijn ontspannen arm. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ontspannen

ontspannen

  1. voltooid deelwoord van ontspannen

Gangbaarheid

  • Het woord ontspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.