ontspannen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontspannen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɔntˈspɑnə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɔntˈspɑnə(n)/
Woordafbreking
- ont·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
- [1, 2] afgeleid van spannen met het voorvoegsel ont-.
- vervoeging van ontspannen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontspannen |
ontspande |
ontspannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
ontspannen
- overgankelijk in een minder gespannen staat brengen
- Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk.
- wederkerend trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien
- Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een concert!
vervoeging van |
---|
ontspannen |
ontspannen
- voltooid deelwoord van ontspannen
- Ze raakte helemaal ontspannen door de stilte in huis.
Afgeleide begrippen
- ontspannene, ontspannenheid, ontspanner, ontspanning
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontspannen | ontspannener | ontspannenst |
verbogen | - | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ontspannen
- in een minder gespannen staat
- Ik heb geen problemen met mijn ontspannen arm.
Gangbaarheid
- Het woord ontspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontspannen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.