ontslaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·slaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontslaan
ontsloeg
ontslagen
klasse 6 volledig

Werkwoord

ontslaan

  1. overgankelijk (m.b.t. een werknemer) de arbeidsovereenkomst beëindigen van, meestal wegens onbekwaamheid of wangedrag van de werknemer
  2. overgankelijk (+ van) ontheffen (van), vrijstellen (van): iemand ontslaan van een verplichting
  3. overgankelijk beëindigen van een ziekenhuisopname
    • De patiënt werd drie dagen na de opname weer uit het ziekenhuis ontslagen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontslaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.