onthullen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onthullen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ɔntˈɦɵlə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɔntˈɦʏlə(n)/
Woordafbreking
  • ont·hul·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onthullen
onthulde
onthuld
zwak -d volledig

Werkwoord

onthullen

  1. overgankelijk van het hulsel ontdoen bij plechtige gelegenheden
    • Het ontwerp van de nieuwe voetbalbeker werd afgelopen week officieel onthuld. 
  1. overgankelijk openbaren van onbekende feiten
    • Hij had het niet graag wanneer er dingen over zijn verleden werden onthuld waar hij niet trots op was. 
    • Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer. Het zong al een tijdje rond, maar nu heeft deeltjesfysica-instituut Cern zijn officiële plannen gepresenteerd voor een nieuwe deeltjesversneller. Die megaversneller moet honderd kilometer lang worden, bijna viermaal groter dan de huidige Large Hadron Collider. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onthullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.