ontdooien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·dooi·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vloeibaar worden van ijs’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1]
  • afgeleid van dooien met het voorvoegsel ont-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontdooien
ontdooide
ontdooid
zwak -d volledig

Werkwoord

ontdooien

  1. ergatief ophouden bevroren te zijn
    • Die kip ontdooit maar langzaam. 
  1. overgankelijk uit bevroren toestand halen
    • Dat vlees kan ook in de magnetron ontdooid worden. 
  1. ergatief ophouden zich stijf en formeel op te stellen
    • Gelukkig ontdooiden ze wat toen de kinderen binnengekomen waren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontdooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.