ongeregeld
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·re·geld
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongeregeld | ongeregelder | ongeregeldst |
verbogen | ongeregelde | ongeregeldere | ongeregeldste |
partitief | ongeregelds | ongeregelders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongeregeld [1]
- zonder planning of organisatie
- Ik sport weleens maar op een ongeregelde manier.
- zonder orde of regelmaat
- Volgens mijn vrouw is het in ons huis vaak een ongeregelde bende.
Synoniemen
- [1] spontaan, incidenteel
- [2] chaotisch, slordig, wild, onoverzichtelijk, wanordelijk, ordeloos
Gangbaarheid
- Het woord ongeregeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongeregeld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.