spontaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spon·taan
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘impulsief, uit een opwelling voortkomend’ voor het eerst aangetroffen in 1888 [1]
  • Frans
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen spontaanspontanerspontaanst
verbogen spontanespontanerespontaanste
partitief spontaansspontaners-

Bijvoeglijk naamwoord

spontaan

  1. (van handelingen en uitingen) uit een opwelling voortkomend, niet uitgelokt of door een ander teweeggebracht: een spontane hulde, ontboezeming.
    • Een spontaan applaus klinkt op. 
    • De productie werd door een spontane staking stilgelegd. 
  1. (van personen) geneigd zijn opwellingen aanstonds te uitten: mensen, spontaan in vreugde en verdriet.
    • De jury prees haar spontane uitstraling. 
  1. (van biologische verschijnselen) niet door uitwendige oorzaken bewerkt, vanzelf optredend: een spontane infectie; spontaan geïnfecteerd.
    • De streek wordt geteisterd door spontane branden. 
    • De ziekte ontstaat als gevolg van een spontane mutatie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spontaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.