omgangsvorm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·gangs·vorm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omgangsvorm omgangsvormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

omgangsvorm m

  1. manier waarop je je tegenover een ander persoon moet gedragen volgens de (ongeschreven) regels van de etiquette
    • „Ga het gesprek aan over het lawaai waarmee de ruzies worden uitgevochten. Dat is een gesprek met z’n vieren, met vader erbij. De basis voor het aanleren van omgangsvormen ligt in het gezin. De goede voorbeelden in de buitenwereld worden schaarser. De verruwing heeft zelfs het parlementaire debat bereikt.” [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omgangsvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Annemiek Leclaire 24 november 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.