officieel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • of·fi·ci·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ambtelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
  • afgeleid van het Franse officiel met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen officieelofficiëlerofficieelst
verbogen officiëleofficiëlereofficieelste
partitief officieelsofficiëlers-

Bijvoeglijk naamwoord

officieel [3]

  1. erkend door bevoegd gezag
  2. formeel
Antoniemen
Hyponiemen
  • semiofficieel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord officieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.