oefenvorm

• Geluid:  oefenvorm    (hulp, bestand)

• oe·fen·vorm

• samenstelling van  oefenen ww  en  vorm zn 

oefenvorm m

1. een bepaalde manier van trainen of leren

1. • Janssen voelde zich wel ongemakkelijk, want Gullit en de spits van Tottenham Hotspur stonden uiteindelijk middenin een oefenvorm met passen en trappen met elkaar te keuvelen.[1] 

1. • De spelers van het Nederlands elftal hebben zich woensdag tijdens de openbare training van het Nederlands elftal geërgerd aan een deel van het Poolse publiek. Tijdens een oefenvorm vlak voor de tribune hoorden ze oerwoudgeluiden.[2] 

1. • De oefeningen weten leerlingen te motiveren omdat er verschillende oefenvormen worden gebruikt. Elke leerling heeft ook een eigen avatar, een 'online vriendje' die hij zelf kan kiezen en aankleden. Dat vriendje zegt wanneer de leerling de oefening juist of fout heeft en geeft soms ook tips. Het systeem heeft ook een automatische niveau-aanpassing.[3] 

• oefening

• Het woord oefenvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.