ochtendspits

Nederlands

ochtendspits op het station
Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·spits
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendspits ochtendspitsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ochtendspits v/m

  1. (verkeer) verkeersdrukte in de ochtend tussen 7 uur en 9 uur 's-morgens
    • In Tokio heeft een pendelaar een halfuur gefilmd hoe duizenden mensen door een van de drukste stations van het land passeren. De hypnotiserende timelapse toont hoe druk de ochtendspits op een normale dinsdagmorgen er wel niet is. [1] 
    • In de huidige situatie ondervindt het verkeer in de ochtendspits hinder en vertraging. Als straks de vakantie voorbij is en iedereen weer aan het werk moet, zal die vertraging oplopen. Maar Rijkswaterstaat schat die op circa 10 minuten, niet veel meer. [2] 
  1. (figuurlijk) de drukte in een gezin in de vroege ochtend
    • Liesbeth en Mart zijn zo langzamerhand redelijk tevreden over hun “ochtendspits”. Mart heeft een andere baan gezocht met meer “flexibiliteit aan de randen van de dag”. Vóór die tijd kwam een groot deel van de kinderopvang 's ochtends op Liesbeth neer, die geen flexibele begintijden heeft. Bovendien hadden Mart en Liesbeth toen nog geen oppas en moest Jente 's ochtends naar de crèche worden gebracht. Dat leidde tot stress. De avondspits vinden Mart en Liesbeth tegenwoordig vaak nog hectischer dan de ochtendspits. Wanneer ze moe van hun werk thuis komen, moeten ze direct eten koken, met de kinderen spelen, hen in bad en in bed stoppen. [3] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ochtendspits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 03/08/2017 door avh
  2. Tubantia Lucien Baard 25-08-2017
  3. NRC Welmoed Visser 26 maart 1998
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.