onpersoonlijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·per·soon·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onpersoonlijkonpersoonlijkeronpersoonlijkst
verbogen onpersoonlijkeonpersoonlijkereonpersoonlijkste
partitief onpersoonlijksonpersoonlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

onpersoonlijk

  1. niet persoonlijk; niet benaderd wordende als een individu maar als één van een groep
    • Iemand een noreply e-mail sturen is nog onpersoonlijker dan het sturen van een e-mail al is. 
    • Tijdens een ramp met veel slachtoffers moet je rekening houden met een onpersoonlijke zorg. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onpersoonlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.