nord

Deens

N
Ø
V
S
NV
SV
NNØ
NNV
ØNØ
ØSØ
SSØ
SSV
VSV
VNV
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈnoˀɐ̯/
Woordafbreking
  • nord
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord norðr.
Naar frequentie

Bijwoord

nord

  1. noordelijk
Afgeleide begrippen
  • nordamerikansk, nordatlantisk, nordfor, nordfra
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • nord for
noordelijk van, ten noorden van
«Byen ligger nord for søen.»
De stad ligt ten noorden van het meer.

Zelfstandig naamwoord

nord m / o

  1. (aardrijkskunde) noord, noorden

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  nord     le nord          

Zelfstandig naamwoord

nord m

  1. (windstreek) noord, noorden

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / nuːɾ /
Woordafbreking
  • nord
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord norðr.
Naar frequentie 1433

Bijwoord

nord

  1. noordelijk
Afgeleide begrippen
  • nordamerikansk, nordatlantisk, nordafor, nordafra
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • nord for
noordelijk van, ten noorden van
«Byen ligger nord for sjøen.»
De stad ligt ten noorden van het meer.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nord     norden     -     -  
genitief   nords     nordens     -     -  

Zelfstandig naamwoord

nord m / o

  1. (aardrijkskunde) noord, noorden
  2. (politiek) de noordelijke hemisfeer
  3. (bridge) de positie van een speler bij bridge

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / nuːɾ /
Woordafbreking
  • nord
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord norðr.

Bijwoord

nord

  1. noordelijk
Afgeleide begrippen
  • nordamerikansk, nordatlantisk, nordafor, nordafra
Uitdrukkingen en gezegden
  • nord for
noordelijk van, ten noorden van
Verwante begrippen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nord     norden     -     -  

Zelfstandig naamwoord

nord, m / o

  1. (aardrijkskunde) noord, noorden
  2. (politiek) de noordelijke hemisfeer
  3. (bridge) de positie van een speler bij bridge
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.