nikker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nik·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘boze watergeest, duivel’ voor het eerst aangetroffen in 1302 [1]
  • [1] Gerelateerd aan neger en nigger
  • [2] Gaat terug op de Germaanse grondvorm *nikw-, *neigw- (wassen)
enkelvoud meervoud
naamwoord nikker nikkers
verkleinwoord nikkertje nikkertjes

Zelfstandig naamwoord

nikker m

  1. een beledigende term voor "neger", een oorspronkelijke donkerhuidige bewoner van Afrika ten zuiden van de Sahara
  2. een watergeest
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • nik·ker

Werkwoord

nikker

  1. tegenwoordige tijd van nikke


Nynorsk

Woordafbreking
  • nik·ker
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud nikker nikrare nikrast
o enkelvoud nikkert
meervoud nikre
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
nikre nikrare nikraste

Bijvoeglijk naamwoord

nikker

  1. spaarzaam, zuinig
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.