spaarzaam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spaar·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen spaarzaamspaarzamerspaarzaamst
verbogen spaarzamespaarzamerespaarzaamste
partitief spaarzaamsspaarzamers-

Bijvoeglijk naamwoord

spaarzaam

  1. zorg dragend niet te verspillen
    • Zijn spaarzame manier van leven bracht hem tot aanzienlijke rijkdom. 
  1. heel schaars
    • Het gras werd spaarzamer en hield tenslotte geheel op.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spaarzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 116
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.