zuinig
Nederlands
Woordafbreking
- zui·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zuinig | zuiniger | zuinigst |
verbogen | zuinige | zuinigere | zuinigste |
partitief | zuinigs | zuinigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zuinig
- voorzichtig met het uitgeven van geld
- Zuinig autorijden is niet alleen goed voor je portemonnee.
Antoniemen
- onzuinig
Hyponiemen
- superzuinig
Vertalingen
1. voorzichtig met het uitgeven van geld
Gangbaarheid
- Het woord zuinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zuinig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.