neut
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
neut v
- een glaasje sterke drank [1]
- Hij had een paar neutjes op en toch klom hij achter het stuur.
- (bouwkunde) een blokje van natuursteen of hout waarop een kozijnstijl rust
- De houten neuten waren totaal verrot en zouden vervangen moeten worden.
- (bouwkunde) uit een muur vooruitstekend deel waarop een balk kan rusten [2]
Synoniemen
- [1] borrel
- [2-3] neusstuk
Gangbaarheid
- Het woord neut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neut' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.