netelroos
![](../I/m/Urtikaria_Fuss.jpg)
Netelroos
Nederlands
Woordafbreking
- ne·tel·roos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van netel en roos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netelroos | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
netelroos v/m
- (medisch) een allergische irritatie van de huid
- Hij had vreselijk last van netelroos.
Gangbaarheid
- Het woord netelroos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'netelroos' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.