netel
Nederlands
Woordafbreking
- ne·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netel | netelen netels |
verkleinwoord | neteltje | neteltjes |
Zelfstandig naamwoord
netel v / m [3]
- (plantkunde) plant met gekartelde, harige blaadjes die soms een brandend gevoel veroorzaken
Hyponiemen
- brandnetel, dauwnetel, dovenetel, hennepnetel, melknetel, siernetel, stinknetel, suikernetel, zeenetel
Gangbaarheid
- Het woord netel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'netel' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.