naïeveling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·ie·ve·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naïeveling naïevelingen
verkleinwoord naïevelingetje naïevelingetjes

Zelfstandig naamwoord

naïeveling m [1]

  1. persoon die naïef is, een onnozel, argeloos mens
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naïeveling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.