nazetten
Nederlands
Woordafbreking
- na·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en zetten ww
Werkwoord
nazetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nazetten |
zette na |
nagezet |
zwak -t | volledig |
- iets of iemand proberen te achtervolgen om hem te kunnen pakken, jacht maken op
- Eventuele achtervolgers zouden hem over de hoofdweg nazetten, daarom week hij uit naar de kust en reed van haven naar haven. Samen met Barber had hij meerdere keren dezelfde weg gevolgd, maar dat was de enige overeenkomst; hij sloeg nu niet op de trom en gaf geen voorstellingen, en evenmin nodigde hij zieken uit zich voor de een of andere kwaal te laten behandelen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord nazetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nazetten' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Gordon,Noah De Heelmeester Vertaald door Thomas Mass [2006] ISBN 978-90-245-5496-6 pagina 507
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.