navorming
Nederlands
Woordafbreking
- na·vor·ming
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en vorming zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | navorming | navormingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
navorming v
- scholing die plaatsvindt als de reguliere (beroeps)opleiding is voltooid, met als doel kennis- en vaardigheden te verhogen of aan te vullen met de nieuwste ontwikkelingen
- Aan de hand van een persoonlijk sollicitatiegesprek bepaalt de bisschop wie aan het programma mag meedoen. Een van de criteria is dat de kandidaat-cursist vanuit eenzelfde visie denkt en handelt als de bisschop, legde Vries uit. De deeltijdopleiding duurt twee jaar en wordt in Rolduc gegeven. De cursus bestaat uit theologische navorming, spirituele verdieping en ingroeien in het bisdom. [1]
- Daarom zetten we als hogeschool ook sterk in op levenslang leren. Navorming van onze alumni – en bij uitbreiding de hele actieve bevolking – is nodig om het schoolse basispakket en de eerste werkervaring aan te vullen met de laatste nieuwe trends en ontwikkelingen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord navorming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'navorming' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 13 juni 2002 Bisdom gaat pastoraal werker bijscholing geven
- De Standaard 12 mei 2017 kmeNavorming zet uw carrière in de lift
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.