bijscholing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·scho·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijscholing bijscholingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bijscholing v

  1. het bijscholen d.w.z. het geven van extra scholing aan reeds geschoolde personen om hun vakbekwaamheid of kennisniveau op peil te houden
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • bijscholingsmogelijkheid

Gangbaarheid

  • Het woord bijscholing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.