nabespreking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·be·spre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nabespreking nabesprekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nabespreking v

  1. het praten en discussiëren over iets dat geëindigd is
    • Bij de nabespreking kwam ook kritiek, vertelt Dchar. „Iemand vroeg waarom er geen verhaallijn inzit over een Marokkaan die het slechte pad opgaat. Eh, hoezo? Ik was stupéfait. Ja, want nu zitten er twee aardige Marokkanen in, en een PVV’er. En dat klopt natuurlijk niet, dat geeft geen eerlijk beeld. Zo hardnekkig is de negatieve beeldvorming over Marokkanen. Dat maakt mij soms razend.”[1] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nabespreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Herien Wensink 10 maart 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.