museum

Niet te verwarren met: Museum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  museum    (hulp, bestand)
  • IPA: /myˈzeʏm/
Woordafbreking
  • mu·se·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tentoonstellingsgebouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord museum museums
musea
verkleinwoord museumpje museumpjes

Zelfstandig naamwoord

museum o

  1. een gebouw waarin voorwerpen van culturele waarde tentoongesteld worden
    • Dankzij deze kaart mag ik gratis naar alle museums die er zijn! 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord museum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.