muizenhol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mui·zen·hol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muizenhol muizenholen
verkleinwoord muizenholletje muizenholletjes

Zelfstandig naamwoord

muizenhol o [1]

  1. het nest van een groep muizen
    • In moderne huizen zijn veel minder geschikte plaatsen voor een muizenhol dan ik oude huizen. 
    • „Toch had ik aan dat ene boek genoeg. Het muizenboek belichaamde alles wat mij toen voor ogen stond. Vijf lieve muizenkindjes bij hun moeder, in een muizenhol onder een keuken. Die warmte en geborgenheid. Dat had ik met mijn moeder ook. Maar een grote familie had ik niet. Als kind maakte ik van kartonnen dozen een voltallige familie, een oom en tante, opa en oma, broer en zus. Die miste ik. [2] 
Verwante begrippen
  • rel, muizenhuis

Gangbaarheid

  • Het woord muizenhol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Roderick Nieuwenhuis 10 juli 2012

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.