moraal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moraal    (hulp, bestand)
  • IPA: /moˈral/
Woordafbreking
  • mo·raal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heersende zeden, zedenleer’ voor het eerst aangetroffen in 1528 [1]
  • Ontleend aan het Franse morale (moraliteit, ethiek, zedenles)
enkelvoud meervoud
naamwoord moraal moralen
verkleinwoord moraaltje moraaltjes

Zelfstandig naamwoord

moraal v/m

  1. waarden en normen, wat men denkt over goed en slecht
    • Wat is de moraal van een bank die een salarisverhoging voor de top verdedigt die in de miljoenen loopt en tegelijk de meest kwetsbare werknemers iedere zekerheid wil onthouden? [2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.