missie
Nederlands
Woordafbreking
- mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zending’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1766 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | missie | missies missiën |
verkleinwoord | missietje | missietjes |
Zelfstandig naamwoord
missie v
- (militair) een doeleind dat verwezenlijkt dient te worden
- Die missie was niet eenvoudig.
- Die versneller moet de opvolger worden van de Large Hadron Collider (LHC), die na aanpassingen overigens nog tot 2040 metingen kan verrichten. De LHC is het pronkstuk van de huidige deeltjesfysica, de natuurkundetak die het tot zijn missie maakt om de allerkleinste bouwsteentjes te vinden waarvan alles om ons heen is gemaakt. [2]
- (religie) activiteit bedoeld om mensen te bekeren tot een geloof
Hyponiemen
Vertalingen
1. een doeleind dat verwezenlijkt dient te worden
Gangbaarheid
- Het woord missie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'missie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "missie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Volkskrant George van Hal 21 januari 2019 Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.