metrum
Nederlands
Woordafbreking
- me·trum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘versmaat’ voor het eerst aangetroffen in 1737 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | metrum | metra metrums |
verkleinwoord | metrumpje | metrumpjes |
Zelfstandig naamwoord
metrum o [3]
- (letterkunde) afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in een vers, versmaat
- (muziek) maat in de muziek
Hyponiemen
- muziekmetrum
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord metrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'metrum' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.