mergelen
Nederlands
Woordafbreking
- mer·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mergelen |
mergelde |
gemergeld |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
- bemergelen, uitmergelen
Afgeleide begrippen
- mergelachtig, mergeldelver, mergelgroeve, mergelgrot, mergelkalk, mergelsteen, mergelwinning
Gangbaarheid
- Het woord mergelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mergelen' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.