menu
Nederlands
Woordafbreking
- me·nu
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spijskaart’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menu | menu's |
verkleinwoord | menuutje | menuutjes |
Zelfstandig naamwoord
menu o
- een opsomming van gerechten of maaltijden zoals op een menu- of spijskaart
- (informatica) een door een computerprogramma gegenereerde opsomming van keuzemogelijkheden
- Je moet in het menu op "Exporteren..." klikken.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- dagmenu, hoofdmenu, keuzemenu, kindermenu, pulldownmenu, rolmenu, startmenu, toeristenmenu
Gangbaarheid
- Het woord menu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'menu' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.