dagmenu
Nederlands
Woordafbreking
- dag·me·nu
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en menu
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagmenu | dagmenu's |
verkleinwoord | dagmenutje | dagmenutjes |
Zelfstandig naamwoord
dagmenu o
- menu dat speciaal voor die dag is bereid in een restaurant
- Ik heb weer geen goedkope tent uitgezocht, met à la carte gerechten van tussen de 25 en 38 euro. Een menu is er in zes of acht gangen voor respectievelijk 85 en 125 euro. Dat is pittig, maar geen cent te veel. Het is ook mogelijk om wat minder te besteden met een dagmenu van vier gangen voor 65 euro of een losse kalfsschenkel om te delen met z’n vieren voor 25 euro per persoon. [1]
Gangbaarheid
- Het woord dagmenu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dagmenu' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Joël Broekaert 24 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.