memorie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·mo·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geheugen’ voor het eerst aangetroffen in 1290 [1]
  • Ontleend aan het Oudfrans memorie.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord memorie memories
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

memorie v [3] [4]

  1. herinnering
  2. verhandeling over een bepaald onderwerp
  3. conclusie geschreven door een advocaat bij de hoogste rechtsprekende instantie (Hof van Cassatie of Hoge Raad)
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • contramemorie
  • memorie van antwoord
  • memorie van wederantwoord
  • memorieel
Afgeleide begrippen
  • memorietafel
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord memorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.