herinnering
Nederlands
Woordafbreking
- her·in·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van herinneren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herinnering | herinneringen |
verkleinwoord | herinneringetje | herinneringetjes |
Zelfstandig naamwoord
herinnering v
- het weer in het bewustzijn oproepen van een gebeurtenis van het verleden, het herinneren
- Ter herinnering van deze gebeurtenis werd een monument opgericht.
- ervaring uit het verleden die in het geheugen is opgeslagen
Hyponiemen
- betalingsherinnering, dekherinnering, jeugdherinnering, levensherinnering, oorlogsherinnering, reisherinnering, vakantieherinnering
Afgeleide begrippen
- herinneringsbeeld, herinneringsboek, herinneringsbrief, herinneringscentrum, herinneringskaart, herinneringsmedaille, herinneringsteken, herinneringsvermogen, herinneringswereld
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord herinnering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'herinnering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.