masseur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·seur
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van masseren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud meervoud
naamwoord masseur masseurs
verkleinwoord masseurtje masseurtjes

Zelfstandig naamwoord

masseur m [1]

  1. (beroep) iemand die masseert
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord masseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.