masseren
Nederlands
Woordafbreking
- mas·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kneden, wrijven om de bloedsomloop te bevorderen’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Franse masser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
masseren |
masseerde |
gemasseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
masseren
- overgankelijk het toepassen van uitwendige druk op de zachte weefsels
- Zij werd tweemaal in de week gemasseerd.
Vertalingen
1. het toepassen van uitwendige druk op de zachte weefsels
Gangbaarheid
- Het woord masseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'masseren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.