machtwoord
Nederlands
Woordafbreking
- macht·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van macht en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machtwoord | machtwoorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
machtwoord o [1]
- een gezaghebbend woord
- Hij sprak het machtwoord om alle tegenstanders het zwijgen op te leggen.
- Of een oplossing te bereiken is zonder het machtwoord van de politiek of zonder sociale strijd valt steeds meer te betwijfelen. In beide gevallen vallen we terug op de door macht opgeworpen blokkade die werkelijke rationele oplossingen van maatschappelijke vraagstukken in de weg staat. [2]
Gangbaarheid
- Het woord machtwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.